KPI’s bepalen: van doelen naar dashboards

Hoe je cijfers écht laat werken voor jouw bedrijf

Je kent het vast wel. Overal in het bedrijf circuleren cijfers. Rapporten in Excel, dashboards in Power BI, exports uit de boekhouding… Maar de echte vraag is: helpen die cijfers je ook om betere beslissingen te nemen?

Veel bedrijven meten van alles, maar zonder duidelijke focus. Ze hebben KPI’s omdat “het hoort”, niet omdat ze hen dichter bij hun doelen brengen. In dit artikel tonen we hoe je KPI’s slim en doordacht kiest, zodat ze de strategie en langetermijndoelen van je organisatie ondersteunen. We leggen uit hoe je KPI’s vertaalt naar concrete dashboards en delen voorbeelden uit de praktijk voor sales, finance en supply chain.

En misschien nog belangrijker: we tonen hoe je met duidelijke KPI-definities en een centrale datalaag ervoor zorgt dat iedereen in je bedrijf naar dezelfde waarheid kijkt.

Begin bij je strategie, niet bij je cijfers

Voor je beslist welke KPI’s je gaat meten, moet je eerst weten waar je naartoe wil. Wat is je strategie? Wat zijn de langetermijndoelen van je bedrijf?

KPI’s zijn geen doel op zich. Ze dienen om focus te brengen op wat er écht toe doet. Ze helpen je om te meten of je vooruitgaat in de richting die je gekozen hebt.

Te veel bedrijven maken de fout om “te meten om te meten”. Ze vullen dashboards met tientallen grafieken en cijfers, zonder dat duidelijk is wat ze ermee willen bereiken.

Een goed vertrekpunt is:

Door KPI’s rechtstreeks te koppelen aan je strategie, zorg je ervoor dat elk cijfer betekenis heeft. En dat iedereen weet waarom het belangrijk is.

Minder is meer: kies je KPI’s slim

Niet elk cijfer verdient een plek in je dashboard. Een goed KPI-framework draait om focus.
Te veel KPI’s zorgen voor verwarring. Te weinig focus betekent dat iedereen aan iets anders werkt.

Kies dus bewust voor een beperkt aantal KPI’s die:

Bij Data Panda zeggen we vaak: “Een KPI moet tot actie leiden. Als je er niets mee doet, hoort hij niet thuis in je dashboard.”

Van doel naar meetpunt

Een concreet voorbeeld maakt het makkelijker.
Stel dat je bedrijfsdoel is: “We willen winstgevend groeien.”

Dat kan je vertalen naar drie niveaus van KPI’s:

  1. Strategisch – de overkoepelende richting

    • Omzetgroei

    • Nettowinstmarge

    • Klanttevredenheid

  2. Tactisch – de prestaties per afdeling

    • Sales: aantal nieuwe klanten per kwartaal

    • Finance: openstaande facturen of kaspositie

    • Operations: leverbetrouwbaarheid of voorraadrotatie

  3. Operationeel – de dagelijkse signalen

    • Aantal leads per week

    • Doorlooptijd per bestelling

    • Productie-efficiëntie

Zo zie je niet alleen wat je wil bereiken, maar ook hoe je er geraakt.

Het belang van duidelijke KPI-definities

Een van de grootste struikelblokken bij KPI’s is dat niet iedereen ze op dezelfde manier interpreteert. Twee mensen kunnen het over “marge” hebben, maar iets totaal anders bedoelen. De ene rekent marketingkosten mee, de andere niet.

Het gevolg? Verwarring. En dashboards die elkaar tegenspreken.

Daarom is het belangrijk om voor elke KPI een duidelijke definitie te hebben.
Iedereen moet weten:

Zo voorkom je discussies en creëer je vertrouwen in je cijfers.

Een goed centraal datamodel helpt daarbij. Daarin zijn alle berekeningen al voorgedefinieerd. Gebruikers kunnen die definities hergebruiken in hun rapporten zonder telkens zelf formules te schrijven. Dat bespaart tijd én zorgt voor consistentie. Iedereen kijkt naar dezelfde cijfers, met dezelfde logica.

Wie bepaalt die KPI-definities?

In veel organisaties ligt de verantwoordelijkheid bij IT of data-analisten. Zij beheren het datamodel en bepalen hoe de cijfers berekend worden. Maar bij Data Panda geloven we dat het anders moet.

Wij vinden dat KPI-definities eigendom moeten zijn van de business. Het zijn de afdelingen zelf – sales, finance, operations – die best weten wat ze willen meten en waarom. De rol van IT is eerder die van facilitator: zij zorgen dat de data beschikbaar is, dat het model technisch klopt en dat alles goed werkt.

Bij ons werken we graag met het principe van een business-owner per KPI. Wanneer iemand uit de business vraagt om een nieuwe KPI op te nemen in het datamodel, wordt die persoon automatisch de eigenaar van die KPI-definitie.

Bij discussie over de berekening of betekenis komen de betrokken afdelingen samen om tot één heldere definitie te komen. IT begeleidt die gesprekken, maar neemt niet de beslissing.

Zo bouw je niet alleen aan consistente rapportering, maar ook aan betrokkenheid. Iedereen begrijpt wat de cijfers betekenen, omdat ze mee aan de basis hebben gestaan van de definities.

Enkele voorbeelden van KPI’s

Om het wat tastbaarder te maken, delen we hieronder enkele voorbeelden van KPI’s die vaak voorkomen binnen verschillende domeinen. Ze zijn bedoeld als inspiratie, niet als vaste lijst. De juiste KPI’s hangen altijd af van de strategie en de noden van je bedrijf.

Sales

Doel: omzet en klantenbinding versterken

Een goede tip: kijk niet alleen naar het aantal nieuwe klanten, maar ook naar de waarde die ze opbrengen. Zo meet je kwaliteit in plaats van kwantiteit.

Finance

Doel: gezonde cashflow en winstgevendheid

Hier kan het nuttig zijn om KPI’s visueel te combineren: bijvoorbeeld de cashpositie samen met openstaande facturen, zodat je trends sneller herkent.

Supply Chain

Doel: efficiëntie en betrouwbaarheid verbeteren

Een praktische tip: koppel deze cijfers aan de klanttevredenheid. Een vertraging in levering is niet enkel een operationeel probleem, maar heeft vaak directe impact op de klantbeleving.

Van KPI naar dashboard

Zodra je weet wat je wil meten én hoe, kan je alles visualiseren in een dashboard. Tools zoals Power BI of Microsoft Fabric helpen om die cijfers op één plek samen te brengen.

Een goed dashboard toont in één oogopslag wat goed loopt en waar bijsturing nodig is.
Gebruik kleuren, iconen en duidelijke titels. En misschien nog belangrijker: zorg dat elk dashboard een doel heeft.

Een rapport voor finance heeft andere vragen dan één voor sales. Vermijd generieke dashboards die alles willen tonen, maar niets echt duidelijk maken.

KPI’s bepalen is niet zomaar een oefening in rapportering. Het is een manier om richting te geven, om focus te brengen in wat je doet, en om samen te werken rond gedeelde doelen.

Door KPI’s te koppelen aan je strategie, duidelijke definities te hanteren en één centraal datamodel te gebruiken, creëer je vertrouwen in je cijfers én een organisatie die met dezelfde bril naar resultaten kijkt.

Bij Data Panda helpen we bedrijven om die brug te slaan tussen strategie en cijfers. We helpen je niet om meer te meten, maar om beter te meten – zodat je data niet alleen vertelt wat er gebeurd is, maar vooral wat je morgen beter kan doen.

Related Articles